fietskampeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietskampeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fietsĀ·kamĀ·peer

Werkwoord

vervoeging van
fietskamperen

fietskampeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen
    • Ik fietskampeer. 
  2. gebiedende wijs van fietskamperen
    • Fietskampeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen
    • Fietskampeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord fietskampeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.