fietskampeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietskampeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fietsĀ·kamĀ·peer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fietskamperen |
fietskampeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen
- Ik fietskampeer.
- gebiedende wijs van fietskamperen
- Fietskampeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen
- Fietskampeer je?
Gangbaarheid
- Het woord fietskampeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.