fietskampeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietskampeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fiets·kam·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fietskamperen |
fietskampeerde
- enkelvoud verleden tijd van fietskamperen
- Ik fietskampeerde.
- Jij fietskampeerde.
- Hij, zij, het fietskampeerde.
- Ik fietskampeerde.
Gangbaarheid
- Het woord fietskampeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.