fietsreflectors

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsreflectors    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfitsreˌflɛktɔrs/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈfits.rəˌflɛk.tɔrs/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.rəˌflɛk.tɔrs/
Woordafbreking
  • fiets·re·flec·tors

Zelfstandig naamwoord

defietsreflectorsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fietsreflector
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.