fietsreflectortje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsreflectortje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfitsreˌflɛktɔrcə/ (5 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈfits.rəˌflɛk.tɔr.cə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.rəˌflɛk.tɔr.tʲə/
Woordafbreking
  • fiets·re·flec·tor·tje

Zelfstandig naamwoord

hetfietsreflectortjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietsreflector
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.