fikste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fikste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fiksĀ·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fiksen |
fikste
- enkelvoud verleden tijd van fiksen
- Ik fikste.
- Jij fikste.
- Hij, zij, het fikste.
- Ik fikste.
Bijvoeglijk naamwoord
fikste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van fiks
Gangbaarheid
- Het woord fikste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.