fiskeren

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfiskəɾən /
Woordafbreking
  • fis·ke·ren
Naar frequentie 19943

Zelfstandig naamwoord

fiskeren

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van fisker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.