flapte uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flapte uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • flap·te uit

Werkwoord

vervoeging van
uitflappen

flapte uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitflappen
    • Ik flapte uit. 
    • Jij flapte uit. 
    • Hij, zij, het flapte uit. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.