floepte uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  floepte uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • floep·te uit

Werkwoord

vervoeging van
uitfloepen

floepte uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitfloepen
    • Ik floepte uit. 
    • Jij floepte uit. 
    • Hij, zij, het floepte uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord floepte uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.