flota

Angelsaksisch

Uitspraak
  • IPA: /ˈflotɑ/

Zelfstandig naamwoord

flota m

  1. matroos
  2. schip


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
flotar

flota

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van flotar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van flotar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.