fluister

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fluister    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fluis·ter

Werkwoord

vervoeging van
fluisteren

fluister

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fluisteren
    • Ik fluister. 
  2. gebiedende wijs van fluisteren
    • Fluister! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fluisteren
    • Fluister je? 

Gangbaarheid

  • Het woord fluister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.