fomo's

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fomo's    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈfomos / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fo·mo's
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de fomo's mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fomo
    ▸ Het tijdslot zaterdag 12.00 uur, als de beurs opent, is al uitverkocht. Toch die fomo's hè?[1]

Gangbaarheid

  • Het woord fomo's staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron
    Sandra De Vliegh
    “Liefhebbers van sneakers opgelet: grootste sneakerbeurs van Europa gaat door in Rotterdam” (16 november 2021) op pzc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.