formatteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  formatteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • forĀ·matĀ·teer

Werkwoord

vervoeging van
formatteren

formatteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van formatteren
    • Ik formatteer. 
  2. gebiedende wijs van formatteren
    • Formatteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van formatteren
    • Formatteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord formatteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.