former

Deens

Woordafbreking
  • forĀ·mer
Naar frequentie 5506

Werkwoord

former

  1. tegenwoordige tijd van forme

Werkwoord

former

  1. gebiedende wijs van formere

Zelfstandig naamwoord

former, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van form
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.