foutparkeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  foutparkeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fout·par·keer

Werkwoord

vervoeging van
foutparkeren

foutparkeer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foutparkeren
    • ... dat ik foutparkeer. 

Gangbaarheid

  • Het woord foutparkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.