frankeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frankeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fran·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
frankeren

frankeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van frankeren
    • Ik frankeerde. 
    • Jij frankeerde. 
    • Hij, zij, het frankeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord frankeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.