fraseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fraseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fra·seert

Werkwoord

vervoeging van
fraseren

fraseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fraseren
    • Jij fraseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fraseren
    • Hij fraseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fraseren
    • Fraseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord fraseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.