frisgroeners

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frisgroeners    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fris·groe·ners

Bijvoeglijk naamwoord

frisgroeners

  1. partitief van de vergrotende trap van frisgroen
    • Dat is iets frisgroeners... 

Gangbaarheid

  • Het woord frisgroeners staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.