frossen

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfʁɔsən /
Woordafbreking
  • fros·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Deense werkwoord fryse
Naar frequentie 12633
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud frossen
o enkelvoud frossent
meervoud frosne
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
frosne

Bijvoeglijk naamwoord

frossen, g

  1. bevroren
  2. ijskould, ijzig, zeer koud
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • [2]: forfrossen
Afgeleide begrippen
  • [1]: bundfrossen
  • [1]: frossenpind
  • [1]: hårdtfrossen
  • [1]: løsfrossen
  • [1]: tilfrossen
  • [2]: forfrossen
  • [2]: stivfrossen
Typische woordcombinaties
  • [1]: frosne ærter
bevroren erwten
  • [1]: frossen spinat
bevroren spinazie

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈfʁɔsən /
    Woordafbreking
    • fros·sen
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Noorse werkwoord fryse
    Naar frequentie 15337
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud frossen
    o enkelvoud frossent
    meervoud frosne
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    frosne

    Bijvoeglijk naamwoord

    frossen

    1. bevroren
    2. ijskould, ijzig, zeer koud
    Schrijfwijzen
    Synoniemen
    Afgeleide begrippen
    • [1]: barfrossen
    • [1]: berrfrossen
    • [1]: djupfrossen
    • [1]: dypfrossen
    • [1]: fastfrossen
    • [1]: frossenfilet
    • [1]: frossenfisk
    • [1]: frossenpinn
    • [1]: frossenvare
    • [1]: hardfrossen
    • [1]: kunstfrossen
    • [1]: nedfrossen
    • [1]: småfrossen
    • [1]: tilfrossen
    • [2]: blåfrossen
    • [2]: forfrossen
    • [2]: forfrosset
    • [2]: gjennomfrossen
    • [2]: stivfrossen
    Typische woordcombinaties
    • [1]: frosne matvarer
    diepvriesproducten
    • [1]: de frosne prøvene, den frosne kaken, frosne porsjonsbiter, frosne rør, frosne skjell, frosne vakumpakkede blåskjell, frosne vannrør
    • [2]: frosne føtter, frosne hender
    • [1]: frossen deig
    bevroren deeg
    • [1]: frossen fisk, frossen kjøtt, frossen kjøttdeig, frossen laks, frossen sild, frossen sild

    Nynorsk

    Woordafbreking
    • fros·sen

    Zelfstandig naamwoord

    frossen, m

    1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van fross
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.