fruitte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fruitte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fruit·te

Werkwoord

vervoeging van
fruiten

fruitte

  1. enkelvoud verleden tijd van fruiten
    • Ik fruitte. 
    • Jij fruitte. 
    • Hij, zij, het fruitte. 

Gangbaarheid

  • Het woord fruitte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.