frummelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frummelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • frum·mel·de

Werkwoord

vervoeging van
frummelen

frummelde

  1. enkelvoud verleden tijd van frummelen
    • Ik frummelde. 
    • Jij frummelde. 
    • Hij, zij, het frummelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord frummelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.