frutselde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frutselde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • frut·sel·de

Werkwoord

vervoeging van
frutselen

frutselde

  1. enkelvoud verleden tijd van frutselen
    • Ik frutselde. 
    • Jij frutselde. 
    • Hij, zij, het frutselde. 

Gangbaarheid

  • Het woord frutselde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.