fusilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fusilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fu·sil·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fusilleren |
fusilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fusilleren
- Ik fusilleer.
- gebiedende wijs van fusilleren
- Fusilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fusilleren
- Fusilleer je?
Gangbaarheid
- Het woord fusilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.