fusilleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fusilleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fu·sil·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
fusilleren

fusilleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van fusilleren
    • Ik fusilleerde. 
    • Jij fusilleerde. 
    • Hij, zij, het fusilleerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord fusilleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.