gâter

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  gâter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɡɑ.te/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Oudfrans gaster, gebaseerd op Latijn uastus "ledig, woest", mogelijk gecontamineerd met Oudfrankisch *wōstī, *wastī, vergelijk Oudnoordfrans waste "braak", Nederlands woest, Duits Wüste "woestijn".

Werkwoord

gâter

  1. beschadigen, aantasten
    «La grêle a gâté les vignes.»
    De hagel heeft de wijnranken beschadigd.
  2. ruïneren, verknoeien
    «Une voiture m’a éclaboussé, et la boue a gâté mon manteau.»
    Ik werd bespat door een auto en de modder ruïneerde mijn jas.
  3. (figuurlijk) teveel verwennen (van o.m. kinderen)
    «À gâter les enfants, on leur rend les plus mauvais services.»
    We bewijzen de kinderen een slechte dienst door hen zo te verwennen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.