gagner

Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gagner
gagnais
gagné
eerste groep volledig

Werkwoord

gagner

  1. winnen
  2. verdienen


Noors

Woordafbreking
  • gag·ner
Naar frequentie 22728

Werkwoord

gagner

  1. tegenwoordige tijd van gagne
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.