gangmaakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gangmaakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gang·maak·te

Werkwoord

vervoeging van
gangmaken

gangmaakte

  1. enkelvoud verleden tijd van gangmaken
    • Ik gangmaakte. 
    • Jij gangmaakte. 
    • Hij, zij, het gangmaakte. 

Gangbaarheid

  • Het woord gangmaakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.