geitte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geitte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • geit·te

Werkwoord

vervoeging van
geiten

geitte

  1. enkelvoud verleden tijd van geiten
    • Ik geitte. 
    • Jij geitte. 
    • Hij, zij, het geitte. 

Gangbaarheid

  • Het woord geitte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.