gelijkzet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gelijkzet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·lijk·zet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelijkzetten |
gelijkzet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkzetten
- ... dat ik gelijkzet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkzetten
- ... dat jij gelijkzet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkzetten
- ... dat hij gelijkzet.
Gangbaarheid
- Het woord gelijkzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.