generaliseer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  generaliseer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·ne·ra·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
generaliseren

generaliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van generaliseren
    • Ik generaliseer. 
  2. gebiedende wijs van generaliseren
    • Generaliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van generaliseren
    • Generaliseer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord generaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.