gesticuleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gesticuleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ges·ti·cu·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gesticuleren |
gesticuleerde
- enkelvoud verleden tijd van gesticuleren
- Ik gesticuleerde.
- Jij gesticuleerde.
- Hij, zij, het gesticuleerde.
- Ik gesticuleerde.
Gangbaarheid
- Het woord gesticuleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.