gewaag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gewaag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·waag

Werkwoord

vervoeging van
gewagen

gewaag

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewagen
    • Ik gewaag. 
  2. gebiedende wijs van gewagen
    • Gewaag! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewagen
    • Gewaag je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gewaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.