ghoet
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /χu(ː)t/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord van het Nederlandse goed.
Tussenwerpsel
ghoet
- (Hooglimburgs) (ja) goed.
- «Ghoet, det kèns se dóch nimmieër angere.»
- Goed, dat kun je toch niet meer veranderen.
- «Ghoet, det kèns se dóch nimmieër angere.»
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.