gibberde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gibberde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gib·ber·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gibberen |
gibberde
- enkelvoud verleden tijd van gibberen
- Ik gibberde.
- Jij gibberde.
- Hij, zij, het gibberde.
- Ik gibberde.
Gangbaarheid
- Het woord gibberde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.