ging opzij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ging opzij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ging opĀ·zij

Werkwoord

vervoeging van
opzijgaan

ging opzij

  1. enkelvoud verleden tijd van opzijgaan
    • Ik ging opzij. 
    • Jij ging opzij. 
    • Hij, zij, het ging opzij. 

Gangbaarheid

  • Het woord ging opzij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.