girða

Oudnoords

Woordafbreking
  • gir·ða
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
girða
girðar
girðaði
girðat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

girða

  1. afrasteren, omheinen
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • hegna, lúka, stía
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.