gisp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gisp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gisp

Werkwoord

vervoeging van
gispen

gisp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gispen
    • Ik gisp. 
  2. gebiedende wijs van gispen
    • Gisp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gispen
    • Gisp je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gisp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.