glemme

Deens

Uitspraak
  • IPA: [ˈglεmə]
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse gleyma.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
glemme
glemmer
glemte
glemt
volledig

Werkwoord

glemme

  1. overgankelijk vergeten
    «Jeg har glemt, hvad jeg skulle købe og går tilbage.»
    Ik heb vergeten wat ik ging kopen en ging terug.

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.