glosseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  glosseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • glos·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
glosseren

glosseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van glosseren
    • Ik glosseerde. 
    • Jij glosseerde. 
    • Hij, zij, het glosseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord glosseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.