goedpraatte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  goedpraatte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • goed·praat·te

Werkwoord

vervoeging van
goedpraten

goedpraatte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van goedpraten
    • ... dat ik goedpraatte. 
    • ... dat jij goedpraatte. 
    • ... dat hij, zij, het goedpraatte. 

Gangbaarheid

  • Het woord goedpraatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.