goeds

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  goeds    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣuts/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /χuts/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣuts/
Woordafbreking
  • goeds

Bijvoeglijk naamwoord

goeds

  1. partitief van de stellende trap van goed
    • Hij heeft je niets dan goeds gedaan. 

Gangbaarheid

  • Het woord goeds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.