grípa

Niet te verwarren met: gripa

IJslands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoors.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
grípagreipgripumgripið
volledig

Werkwoord

grípa

  1. grijpen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.