granuleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: granuleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gra·nu·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
granuleren |
granuleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van granuleren
- Ik granuleer.
- gebiedende wijs van granuleren
- Granuleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van granuleren
- Granuleer je?
Gangbaarheid
- Het woord granuleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.