granuleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  granuleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gra·nu·leer

Werkwoord

vervoeging van
granuleren

granuleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van granuleren
    • Ik granuleer. 
  2. gebiedende wijs van granuleren
    • Granuleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van granuleren
    • Granuleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord granuleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.