graveer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  graveer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gra·veer

Werkwoord

vervoeging van
graveren

graveer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graveren
    • Ik graveer. 
  2. gebiedende wijs van graveren
    • Graveer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graveren
    • Graveer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord graveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.