grenst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grenst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grenst

Werkwoord

vervoeging van
grenzen

grenst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grenzen
    • Jij grenst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grenzen
    • Hij grenst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van grenzen
    • Grenst! 

Gangbaarheid

  • Het woord grenst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.