griezelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: griezelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grie·zel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
griezelen |
griezelde
- enkelvoud verleden tijd van griezelen
- Ik griezelde.
- Jij griezelde.
- Hij, zij, het griezelde.
- Ik griezelde.
Gangbaarheid
- Het woord griezelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.