groepstaaltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groepstaaltje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groeps·taal·tje

Zelfstandig naamwoord

het groepstaaltje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord groepstaal

Gangbaarheid

  • Het woord groepstaaltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.