grossiert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grossiert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gros·siert

Werkwoord

vervoeging van
grossieren

grossiert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grossieren
    • Jij grossiert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grossieren
    • Hij grossiert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van grossieren
    • Grossiert! 

Gangbaarheid

  • Het woord grossiert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.