grunder

Niet te verwarren met: Gründer

Deens

Woordafbreking
  • grun·der

Werkwoord

grunder

  1. tegenwoordige tijd van grunde

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

grunder

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van grund
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.