haait

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haait    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • haait

Werkwoord

vervoeging van
haaien

haait

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haaien
    • Jij haait. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haaien
    • Hij haait. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van haaien
    • Haait! 

Gangbaarheid

  • Het woord haait staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.