haakte aaneen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haakte aaneen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- haak·te aan·een
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aaneenhaken |
haakte aaneen
- enkelvoud verleden tijd van aaneenhaken
- Ik haakte aaneen.
- Jij haakte aaneen.
- Hij, zij, het haakte aaneen.
- Ik haakte aaneen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.